Onderzoek naar het effect van interventies gericht op het laten toenemen van fysieke activiteit bij volwassenen met aanhoudende klachten aan het bewegingsapparaat.

10 december 2018

Soort onderzoek
Systematische review met meta-analyse uit november 2017

Over het onderwerp
Epidemiologisch onderzoek suggereert dat één op de vijf personen in Europa lijdt aan aanhoudende pijn. Het merendeel van aanhoudende pijn komt voort uit musculoskeletale klachten zoals lage rugpijn of osteoartritis. Het is te verwachten dat het ouder worden, gezondheid, economische en sociale problemen gepaard kunnen gaan met het toenemen van musculoskeletale klachten. Daarnaast kan aanhoudende musculoskeletale pijn (MSP) zorgen voor een toename van het risico op het ontwikkelen van andere gezondheidskwalen zoals een depressie, obesitas, hartkwalen en kanker. Helaas blijkt ook dat mensen met aanhoudende MSP aan het bewegingsapparaat een hogere kans hebben op het vroegtijdig sterven ten opzichte van mensen zonder MSP.

Er is veel bewijs dat de rol van fysieke activiteit de risico's reduceert, er is echter gelimiteerd bewijs rondom het optimaliseren ervan. Veel klinische richtlijnen ondersteunen oefeningen en/of fysieke activiteit ter behandeling van MSP. Het laten toenemen van fysieke activiteit kan echter voor meer gezondheidsverbeteringen zorgen. Zelfs kleine veranderingen in fysieke activiteit kunnen leiden tot substantiële gezondheidsverbeteringen.

Doel van het onderzoek
Het laten toenemen van fysieke activiteit vraagt om gedragsverandering. Fysieke activiteit, oefening en training worden vaak aanbevolen bij het behandelen van MSP, omdat zij een positief effect kunnen hebben op pijn en beperking. Het is echter niet duidelijk in welke mate dit resulteert in verandering van gedrag en een consequent verhoogde mate van fysieke activiteit. Het doel was te onderzoeken wat het effect is van diverse interventies die gericht zijn op het laten toenemen van de mate van fysieke activiteit bij mensen met aanhoudende MSP.

Resultaten
De auteurs van het artikel hebben de effectiviteit van elke vorm van interventie gericht op het laten toenemen van fysieke activiteit bij volwassenen met MSP onderzocht. De mogelijke samenhang tussen strategieën voor gedragsverandering zijn ook onderzocht maar worden in deze samenvatting buiten beschouwing gelaten.

In dit artikel zijn 20 onderzoeken gebruikt met een totale populatie van 3441 deelnemers. Dertien studies  waren gericht op osteoartritis (ontstekingsachtige veranderingen in en om gewrichten) en zeven studies op aanhoudende lage rugklachten. De duur van de interventies in de studies varieerde van slechts een informatieve bijeenkomst van een uur oplopend tot 200 contacturen verspreid over 12 maanden. De mediaan lag op 8,3 contacturen. Wandelen was de meest voorkomende vorm van fysieke activiteit gevolgd met gecombineerde oefenprogramma's die bestonden uit een mix van conditie-, kracht- en flexibiliteitstraining. Alle interventies werden ondersteund met een educatieve component gerelateerd aan de rol van fysieke activiteit. De interventies in de controlegroepen zijn divers, hiervoor verwijs ik u naar het originele artikel. De uitkomsten (de mate van fysieke activiteit) zijn gemeten met behulp van verschillende vragenlijsten, stappentellers en/of door middel van een logboek/dagboek. Vijftien studies hebben gerapporteerd dat er weinig korte termijn effect was (d.w.z. weinig effect binnen een periode van niet langer dan 12 weken). Binnen de middellange termijn (van 3 tot niet 6 maanden) hebben negen studies een statistisch significant maar klein effect gerapporteerd. Op de lange termijn (meer dan 6 maanden) hebben elf studies een klein effect gerapporteerd.

Conclusie
Er is bewijs dat interventies gericht op het laten toenemen van de mate van fysieke activiteit matig effectief is. Het bewijs is gebaseerd op onderzoeken van lage kwaliteit waarvan de studiepopulaties en effect relatief klein is. Het is op dit moment nog niet mogelijk om te concluderen wat voor interventie het meest effectief is voor het laten toenemen van fysieke activiteit. Interventies met hoge intensiteit zouden mogelijk effectiever zijn dan interventies van lage intensiteit. Toekomstige studies zouden meer details moeten leveren over componenten en parameters van de interventies en meer objectieve metingen van fysieke activiteit moeten afnemen.

 

Gegevens voor de professional:
De onderzoekers hebben gerandomiseerde, quasi-gerandomiseerde gecontroleerde trials gebruikt in de review. De gebruikte artikelen dateren tot en met maart 2016. Hiervoor hebben zij de Cochrane databank, MEDLINE, Embase, CINAHL, PsycINFO en AMED gebruikt. De zoekopdracht in de elektronische databanken resulteerde in 18.953 artikelen. Twee onderzoekers hebben de artikelen onafhankelijk van elkaar gescreend op duplicaten, citaties, bruikbaarheid, geëxtraheerde data, risico op bias en hebben de type interventie gecodeerd op vorm van gedragsverandering.

In totaal zijn 276 artikelen gecheckt op bruikbaarheid. Twintig studies met daarin 3441 participanten zijn geïncludeerd in de review.

Bron: Marley, J., Tully, M. A., Porter-Armstrong, A., Bunting, B., O’Hanlon, J., Atkins, L., ... & McDonough, S. M. (2017). The effectiveness of interventions aimed at increasing physical activity in adults with persistent musculoskeletal pain: a systematic review and meta-analysis. BMC musculoskeletal disorders, 18(1), 482.

Vertaald en samengevat door: Nick Pouw

Gerelateerd:


« terug naar het overzicht